Lucas De Man dompelt zich onder in de levendige kunstscene van wereldsteden als Shanghai en Bejing.
2018 is uitgeroepen tot het jaar van de Chinese toerist. Economisch gaat het China voor de wind en dus trekt de nieuwe generatie middenklassers eropuit. Die groeiende economie wakkert niet alleen reislust aan; de Chinese hedendaagse kunstmarkt is in zeer korte periode uitgegroeid tot een van de grootste ter wereld. Daarom besloot Lucas de Man om zijn blik op het oosten te richten en ging op culturele ontdekkingsreis in het land van de grote getallen. Onder het waakzame oog van Liyang, die vanuit de Chinese staatstelevisie iedere beweging die hij maakte nauwlettend in de gaten hield, reisde hij van Shanghai naar Beijing. In beide steden verrijst iedere week wel een nieuw museum dat veelal in handen is van een particuliere verzamelaar. Saillant detail: die verzamelaars zijn jong. Eind twintigers, begin dertigers. Wat ook opvalt: hedendaagse Chinese kunst is van zeer hoge kwaliteit. Vanuit een unieke kijk op de werkelijkheid en met oog voor Chinese tradities verovert een nieuwe generatie topkunstenaars als Zhang Xiaogang, Zeng Fanzhi en Liu Wei de kunstwereld.
Kunstuur >
